Gewone Vlier is een houtige plant die voorkomt in kalkrijke duingebieden. In beschutte gebieden kan hij uitgroeien tot een kleine boom, maar op winderige plekken blijft hij laag. Vlierbosjes bieden een unieke leefomgeving voor mossen, korstmossen en epifyten, die zich op de stammetjes en takken ontwikkelen. Vogels en wind spelen een belangrijke rol in de verspreiding van deze struiken.

De gewone vlier is voor veel dieren giftig vanwege cyaanverbindingen in het blad.   Omdat deze struik geen last heeft van vraat aan de bast en het blad werden hem in het verleden magische of goddelijke krachten toegedicht.  Men plaatste daarom een vlier bij het oprijden van de boerderij, om zo kwade krachten te weren.

Bloeit in mei, de bessen zijn rijp in september-oktober.  Zowel de bloesems als de bessen vormen de basis voor lekkere drankjes.

Geen bijzondere eisen aan de standplaats, verdraagt veel verschillende ondergronden.  Geen voorkeur voor schaduw of zon.